De bijzondere eigenschappen van walvissen
De walvis is de grootste diersoort op aarde en komt in diverse oceanen op de wereld voor. De meeste soorten migreren naar verschillende oceanen om te paren of de warmte op te zoeken. Ondanks dat deze zoogdieren op zoek gaan naar regio's met een ander klimaat hebben zij een dikke huid om kou te kunnen trotseren. Tevens zorgt hun dikke huid ervoor dat zij minder last hebben van de parasieten die zij bij zich dragen.
Walvissen
Wetenschappelijke benaming
Walvisachtigen behoren tot de orde Cetacea. Deze Latijnse benaming betekent letterlijk vertaald 'groot zeedier'. Deze orde bestaat uit twee onderordes, namelijk de baleinwalvissen (Mysticeti) en de tandwalvissen (Odontoceti). In totaal bestaan er ongeveer 82 verschillende soorten walvissen.
Afmetingen
De grootste walvissoort is de blauwe vinvis en deze is tevens het grootste zoogdier op aarde. Het grootste exemplaar dat ooit gemeten is had een lengte van 29,9 meter. Hij woog in totaal zo'n 173 ton. De kleinste walvissoort is de dwergpotvis. Hij is zo'n 2 tot 2,7 meter lang en weegt maximaal ongeveer 272 kilogram. De dwergpotvis komt in oceanen voor waar een gematigd of tropisch klimaat heerst.
Leefomgeving
Walvissen komen in meerdere oceanen voor. De
bultrugwalvis komt bijvoorbeeld in de Noord-Atlantische, Noord-Pacifische en Zuid-Pacifische oceaan voor terwijl de
Groenlandse walvis slechts rond het poolgebied voorkomt. Sommige soorten zijn weleens nabij de Nederlandse kust te vinden, zoals bijvoorbeeld de potvis en bultrugwalvis. Meestal gaat dit om verdwaalde exemplaren. Pas wanneer de kustwacht ontdekt dat een walvis niet uit zichzelf de open zee kan terugvinden, zorgt de kustwacht ervoor dat de walvis begeleid wordt.
Migratie
Iedere walvissoort die migreert heeft zijn eigen
migratieroute en reden om te migreren. De bultrugwalvis heeft bijvoorbeeld de bijzondere eigenschap om duizenden kilometers af te leggen om op een bepaalde plek te paren. Dit doet hij in een oceaan waar een tropisch klimaat heerst. De blauwe vinvis migreert voor de geboorte van hun nageslacht. Zij zorgen ervoor dat hun kalf in warm water wordt geboren omdat zij nog een dunne huid hebben.
Voedsel
Walvissen voeden zich met allerlei kleine zeedieren. Hierbij kun je denken aan krill (garnaalachtige organismen), plankton en allerlei kleine vissoorten. Zij duiken regelmatig de diepte in om het voedsel te kunnen vangen. Meerdere walvissoorten kunnen hierbij een diepte van meer dan 100 meter bereiken. Hier ligt de temperatuur vele malen lager dan aan de oppervlakte.
De huid van walvissen
Om de kou te trotseren hebben volwassen exemplaren een dikke huid. Deze huid bestaat uit een vetlaag die 'blubber' genoemd wordt en heeft een isolerende werking.
Microben
De huid van een walvis kan verschillende
microben bevatten. Hierbij kun je denken aan bacteriën, parasieten en walvisluizen. De microben hechten zich gedurende hun gehele leven aan hun huid. Deze organismen zijn vooral bij de bultrugwalvis goed zichtbaar. Wetenschappers vermoeden dat sommige walvissen deze organismen van zich af proberen te schudden door uit het water te springen.